dinsdag 3 augustus 2010

Inefficiënte windenergie vereist veel 'vuile' backup-energie


Op 23 mei 2007 werd op de oude website van Lux et Libertas het onderstaande artikel gepubliceerd. Bij deze de herpublicatie.

In de meest recente uitgave van de Nederlandstalige editie van Scientific American staat een interessante column van Ed Croonenberg. Daarin citeert hij uit een notitie van Fred Kreuger, emeritus hoogleraar van de TU Delft, die voor een belangrijk deel gebaseerd is op het enkele jaren oude rapport Windenergie van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Zo schrijft Kreuger onder meer:

Het totaal van alle windparken in Nederland bespaart minder dan 1% op het brandstofverbruik en de uitstoot van schadelijke gassen in Nederland. Zelfs een beoogd mega-windpark in zee, dat twintigmaal zo groot is als alle windparken in Nederland tezamen, blijkt niet meer dan 5% op brandstofverbruik en gasuitstoot te kunnen besparen. De voornaamste oorzaak ligt in de wind zelf: wind blijkt te wisselvallig en te energie-arm te zijn om aan de behoeften van een moderne maatschappij te kunnen voldoen.

Nog een citaat van Kreuger:

Bouw van windparken vervangt niet de bouw van elektrische centrales: er zijn altijd reserve-centrales nodig om voor elektriciteit te zorgen als er geen of te weinig wind is. De reserve-centrales blijken zelfs meer elektriciteit te leveren dan het bijbehorende windpark: van de productie blijkt 2/3 uit de centrales te komen en slechts 1/3 uit de wind.

Ed Croonenberg merkt op dat leveranciers van zogenaamde groene stroom hier niets over zeggen. Als er geen of onvoldoende wind is, kopen die vervangende Megawatt-uren op de stroombeurs APX. Deze stroom is afkomstig van kolen- en gascentrales in Nederland of van nucleaire centrales in het buitenland. Croonenberg schrijft daarover onder meer:

Windmolenstroom bestaat bij de gratie van een Europees netwerk dat bij kan springen als het niet waait. Nederland koopt veel buitenlandse stroom in. Veel daarvan is afkomstig van de kerncentrales in België en Frankrijk.

Uiteraard vinden de Nederlandse beleidsmarkers dit wel best. Met de voor Calvinisten zo typerende hypocrisie wassen zij hun handen in onschuld en sluiten zij de bouw van nieuwe kerncentrales uit. Dan benaderen de Belgen de zaken een stuk reëler. Over de wenselijkheid van atoomstroom bestaat geen concensus, maar de discussie wordt in ieder geval openlijk gevoerd. Ondertussen dekken de bestaande centrales 60% van het nationale stroomverbruik, en behoort België tot de wereldtop in nucleaire technologie.

Croonenberg, die zich zelf niet beschouwt als nucleaire lobbyist en evenmin als nucleaire doemdenker, verwijst ook naar het feit dat uranium voor nog tenminste honderden jaren beschikbaar is en wordt aangevoerd uit politiek stabiele landen als Canada en Australië. Croonenberg ziet Nederland echter niet snel kernenergie omarmen en concludeert dan ook het volgende:

Elk prachtig windpark vereist extra backup-capaciteit. Het zal er dus wel op uitdraaien dat de Belgen kerncentrales blijven bouwen, en dat de Nederlandse stroommaatschappijen daar stilletjes steeds meer stroom van aftappen. Zo kan de Nederlandse GroenLinks-stemmer, terwijl hij de trage rondes van de wieken gadeslaat, zijn bij het milieu betrokken hart tevreden horen bonzen, en houdt de Belg er een lieve frank aan over. Waarom ook niet eigenlijk?

Schijnbaar heeft Croonenberg vergeten dat ook de Belgen op de euro zijn overgestapt, maar voor de rest zal zijn conclusie waarschijnlijk kloppen.

_____